Het voortgezet onderwijs

Ieder jaar stappen er in de Zaanstreek ongeveer 1.800 leerlingen van de basisschool over naar het voortgezet onderwijs. Ze komen van ruim 60 basisscholen en verspreiden zich over 13 V(S)O-scholen: daar ben jij er een van! Om deze overstap met aanmelden en inschrijven soepel voor je te laten verlopen, hebben de scholen en de gemeente Zaanstad afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in het document ‘De Zaanse POVO Overstap’. Deze en nog veel meer belangrijke documenten kan je vinden op de pagina Documenten voor ouders.

Hieronder kan je lezen welke soorten onderwijs er in de Zaanstreek zijn.

Voortgezet speciaal onderwijs (vso)

Het voortgezet speciaal onderwijs (vso) is de verzamelnaam voor alle opleidingen die specialistische en intensieve begeleiding bieden. Hier kun je terecht als je een fysieke- of mentale handicap of beperking, een leerstoornis, langdurige ziekte of gedragsproblemen hebt. Zelfs als je een beperking hebt, kun je in het voortgezet speciaal onderwijs een regulier diploma voor vmbo, havo of vwo halen. Dat kan doordat je in het vso extra hulp krijgt. Vanuit het speciaal onderwijs kunnen leerlingen mogelijk ook uitstromen naar het reguliere onderwijs, richting dagbesteding, arbeid of een vervolgopleiding. Het Zaanstreek College en GVO Dynamica zijn vso scholen in de Zaanstreek. Je kunt alleen naar het vso met een toelaatbaarheidsverklaring. Deze wordt afgegeven door de Commissie voor Toewijzing en Advies. Jouw basisschool weet wat de criteria zijn.

Praktijkonderwijs

Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen van 12 t/m 18 jaar die moeite hebben met leren op de traditionele manier. In het praktijkonderwijs leren leerlingen niet alleen uit boeken en online, maar vooral door te doen. In de praktijk dus. Verder is er aandacht voor het ontwikkelen van je persoonlijkheid en het aanleren van sociale vaardigheden. Je leert welk beroep je zou kunnen gaan doen en hoe het is om in een bedrijf te werken. Het praktijkonderwijs is kleinschalig georganiseerd. De klassen zijn klein en elke leerling krijgt intensieve, persoonlijke begeleiding. Meestal ga je tussen de vier en zes jaar naar het praktijkonderwijs. Dit hangt af van hoe je je ontwikkelt. Om naar een praktijkschool te mogen, moet er vaak nog iets meer onderzoek gedaan worden naar jouw mogelijkheden. De basisschool bespreekt dit met jou en je ouders.

Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo)

Het vmbo duurt vier jaar en heeft vier leerwegen, ofwel vier verschillende ‘manieren van leren’.
De ene leerling heeft weinig moeite met het leren uit een boek en de andere leerling experimenteert liever door iets te doen. Alle drie de leerwegen leiden op voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Het is de bedoeling dat je een leerweg volgt die goed past bij jouw mogelijkheden en wensen. Dit zijn de leerwegen in de onderbouw van het vmbo:

  1. Vmbo-b: basisberoepsgerichte leerweg

Deze leerweg bereidt je voor op de basisberoepsopleidingen (niveau 2) van het mbo. Naast algemene vakken zoals Nederlands, wiskunde en Engels, krijg je beroepsvoorbereidende vakken. Wist je dat je in de basisberoepsgerichte leerweg kun je kiezen voor een leerwerktraject? De nadruk ligt op het leren in de praktijk, bijvoorbeeld door middel van stages. Heb je interesse in een leerwerktraject? Informeer dan bij de vmbo-school van jouw voorkeur of een dergelijk traject wordt aangeboden.

  1. Vmbo-k: kaderberoepsgerichte leerweg

De kaderberoepsgerichte leerweg bereidt je voor op een vak- of middenkaderopleiding (niveau 3 of 4) van het mbo. In de bovenbouw krijg je naast algemene vakken een groot deel van de week ook beroepsvoorbereidende vakken.

  1. vmbo-t: theoretische leerweg

In de theoretische leerweg (vmbo-t, ook wel mavo genoemd) volg je algemene vakken. Een vmbo-t-diploma geeft toegang tot vakopleidingen (niveau 3) en middenkaderopleidingen (niveau 4) van het mbo. Leerlingen die de theoretische leerweg met zeven vakken succesvol hebben afgerond, kunnen er ook voor kiezen om door te stromen naar de havo.

Ondersteuning op het vmbo als leren niet vanzelfsprekend is
Kinderen leren altijd en overal, maar niet iedereen leert op dezelfde manier, in hetzelfde tempo en onder dezelfde omstandigheden. Op weg naar het vmbo-diploma kunnen sommige kinderen dan ook behoefte hebben aan wat extra ondersteuning. Die extra begeleiding krijg je op je eigen school aangeboden. Benieuwd hoe de vmbo-scholen voor passende ondersteuning zorgen? Bekijk de Keuzegids, vraag ernaar tijdens de open avond bij de school van jouw keuze of kijk op de website van deze school.

Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo)

De havo duurt vijf jaar en is vooral bedoeld als voorbereiding op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Leerlingen die naar havo gaan, willen meestal graag verder leren. Havo is zwaarder dan de theoretische leerweg van vmbo. Je krijgt meer leerstof, het tempo ligt hoger en van de leerlingen wordt een grotere zelfstandigheid verwacht. Bovendien moet je meer huiswerk maken.

Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo)

Het vwo duurt zes jaar en is vooral bedoeld om je voor te bereiden op het wetenschappelijk onderwijs (wo, de universiteit). Leerlingen die naar vwo gaan, hebben een groot leervermogen. Vwo is zwaarder dan havo. Het tempo ligt hoog, leerlingen kunnen zich vaak goed concentreren en willen graag veel nieuwe dingen leren: van elkaar, van de leraar en uit allerlei verschillende informatiebronnen. Het vwo bestaat uit het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium krijg je Grieks en Latijn in de onderbouw. In de bovenbouw krijg je ten minste één van deze twee vakken.